Een recent onderzoek toont aan dat veel vrouwen wereldwijd nog steeds moeite hebben om door te stoten naar topfuncties zoals CEO of manager, vergeleken met mannen. Hoewel er de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt, blijft het ‘glazen plafond’ nog steeds een obstakel en wordt verwacht dat het wereldwijd nog zeker 30 jaar zal aanhouden. Maar hoe staat België ervoor?
Uit onderzoek van Grant Thornton, een internationaal adviesbureau, blijkt dat het aantal vrouwen in hogere functies wereldwijd de afgelopen 20 jaar is gestegen van 19,4 naar 33,5 procent. Toch voorspelt het bureau dat slechts een kleine toename van 1,6 procent van vrouwen naar topfuncties zal plaatsvinden in 2025, met de voorspelling dat vrouwen pas tegen 2053 volledig door het glazen plafond zullen breken.
Wereldwijd scoren de Filipijnen momenteel het best, met 43 procent van de leiderschapsrollen bekleed door vrouwen, terwijl Spanje de Europese koploper is met 40 procent vrouwelijke leiders. In België blijft het aantal vrouwelijke topmanagers en CEO’s echter laag, met respectievelijk 14 procent en 3 procent.
Arbeidseconoom Stijn Baert benadrukt dat het glazen plafond vrouwen in België ervan weerhoudt om door te stoten naar topfuncties. Stereotiepe opvattingen over leiderschap spelen hierbij een rol, samen met wat hij noemt de ‘kleverige vloer’, wat betekent dat vrouwen minder snel promotie maken aan het begin van hun carrière vergeleken met mannen.
Het onderzoek wijst ook op de voortdurende genderloonkloof, hoewel er enige verbetering is geboekt. Momenteel verdienen Belgische mannen 8 procent meer dan vrouwen, zonder correctie op arbeidsduur. Dit is een van de kleinere loonkloven in de Europese Unie, maar de verandering gaat langzaam.
Kortom, hoewel er vooruitgang wordt geboekt, blijft het voor vrouwen wereldwijd een uitdaging om door te stoten naar topfuncties en om een einde te maken aan de genderongelijkheid op de arbeidsmarkt.