De voorbije twee jaar is het leven fors duurder geworden. En dat merken we ook wanneer we voeding voor onze huisdieren kopen. Volgens een onderzoek van de consumentenorganisatie Testaankoop betalen we 42 procent meer voor dierenvoeding dan twee jaar geleden.
Het prijskaartje van hondenbrokken is tijdens die periode met gemiddeld 36,12 procent de hoogte ingeschoten. Ook kattenvoeding werd in diezelfde periode flink duurder. Maar Testaankoop heeft geen specifieke cijfers.
Terwijl de prijs van dierenvoeding in twee jaar tijd met ruim 40 procent is gestegen, bleef de voedselinflatie “beperkt” tot net geen 29 procent. Daar zijn volgens de consumentenorganisatie verschillende verklaringen voor. “Het aanbod heeft moeite om de vraag bij te houden als gevolg van de schaarste aan goede grondstoffen. De ingrediënten, de verpakkingen, de houten pallets waarop ze vervoerd worden, het transport, om van de energie nog te zwijgen, alles is duurder geworden, en al deze kosten worden logischerwijs doorgerekend aan de consument”, klinkt het.
“In principe kan een hond overleven op tafelresten, maar zijn behoeften zijn niet dezelfde als die van een mens”, merkt de consumentenorganisatie op. De voorkeur gaat dus uit naar voeding op maat van je huisdier. “Gezond voer hoeft niet duur te zijn, als je verder kijkt dan de merknaam en de hippe verpakking”, aldus Testaankoop.
Hoe het prijskaartje drukken?
Uit een vergelijking van de consumentenorganisatie blijkt dat de ‘Orlando paté met kip’ van Lidl beter scoort dan de ‘Succulent Chicken & Turkey’ van het bekende merk Edgard Cooper, terwijl dat laatste voer bijna zeven keer meer kost dan dat van Lidl.
Wat kattenvoeding betreft, ben je alsnog beter af met de duurdere merken. “De echt goedkope producten scoorden minder goed in onze test. Gelukkig zijn er ook een aantal producten die niet al te prijzig zijn én ook goede resultaten aan de dag leggen op het vlak van voedingswaarden”, klinkt het in een interview met Het Nieuwsblad.
