Socioloog Rinus Feddes deelt inzichten uit zijn onderzoek over roddelen en benadrukt dat roddelen niet altijd negatief is. Hij heeft vastgesteld dat roddelen altijd de relatie tussen de persoon die praat, de luisteraar en de persoon over wie wordt gesproken beïnvloedt. Roddelen heeft vier overkoepelende functies: informatie verzamelen en verspreiden, jezelf en anderen vermaken, invloed uitoefenen en manipuleren, en sociale controle.
Feddes vergelijkt roddelen met ‘vocaal vlooien’, een evolutionair verankerde menselijke activiteit die vergelijkbaar is met hoe apen elkaar vlooien om de samenhang van de groep te behouden. Hij benadrukt dat roddelen niet per se slecht is, maar dat het te ver kan gaan in bepaalde situaties. Alarmbellen moeten afgaan als er een zondebok wordt gecreëerd, onnodige uitsluiting plaatsvindt zonder gegronde redenen, of als roddel gebaseerd is op irrelevante informatie in een specifieke context.
Feddes weerlegt ook het stereotype dat vrouwen meer roddelen dan mannen. Hij stelt dat er geen wetenschappelijke basis is om aan te nemen dat vrouwen meer roddelen, maar dat vrouwen conversaties sneller als roddelen bestempelen, terwijl mannen het eerder als een grapje of vriendendienst zien. Hij benadrukt dat roddelen normaal is en dat mensen elkaar roddelgedrag moeten gunnen en accepteren dat anderen ook over hen praten. Feddes sluit af met de uitspraak: “Je zou je pas ongerust moeten maken als er niemand op deze aardbol iets (on)zinnigs over jou te vertellen zou hebben.”