De inflatie, die aangeeft hoe snel de kosten van het dagelijks leven stijgen, is de afgelopen maand met 1,7 procent gestegen. “Hoewel iets hoger dan verwacht, blijft dit nog steeds redelijk”, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert. “De prijzen zijn min of meer onder controle en we blijven weg van negatieve inflatie.”
“Gelukkig lijken deze stijgingen te worden veroorzaakt door naschokken van de ‘inflatiecrisis’. We verwachten dat de inflatie eind dit jaar opnieuw zal stabiliseren naar 3 procent”, aldus Baert.
Wat werd duurder?
In de supermarkten zijn veel producten in prijs gestegen. Dit omvat voedingsmiddelen zoals verse zeevruchten (+50,7%), olijfolie (+29,4%), groenten (+11,9%), aardappelen (+16,6%) en wijn (+10,4%). Ook de kosten van tabak zijn het afgelopen jaar bijna 11 procent gestegen.
Dierenliefhebbers moesten ook meer betalen, met een stijging van de prijzen van huisdieren (+15,1%) en dierenartsen (+11,3%). Andere producten waarvoor de prijzen zijn gestegen, zijn onder meer kranten en tijdschriften (13,9%), onderhoudsdiensten en huishoudelijke hulp (+10,6%) en reparaties van audio-, video-, fotoapparatuur en pc’s (+12,7%).
Wat werd goedkoper?
De grootste dalingen vinden plaats in de energiesector. Gas werd de helft goedkoper, elektriciteit bijna 32 procent. Ook smartphones werden 6,2 procent goedkoper. In de voedingssector zijn onder andere thee (-15,5%) en ontbijtgranen (-9,1%) in prijs gedaald.
Toekomstperspectief
“We zien al enkele maanden een relatief lage inflatie. In oktober bedroeg deze 0,36 procent, in november 0,76 procent en vorige maand 1,35 procent”, zegt Baert. “Het Planbureau voorspelt echter dat we tegen de zomer opnieuw een piek zullen bereiken van 4 procent. Dit is meer dan wenselijk. Een goede inflatie zou normaal gesproken rond de 2 procent moeten liggen.”