Griekenland heeft een historische stap gezet door het homohuwelijk en adoptie door partners van hetzelfde geslacht toe te staan. Hiermee wordt het het eerste orthodox-christelijke en zuidoostelijke Europese land dat deze rechten erkent. In een parlementaire stemming namen 245 van de 300 leden deel, waarvan 176 stemden voor de nieuwe wet. Hoewel een kleine meerderheid van het volk volgens opiniepeilingen voorstander is van deze wet, kreeg deze veel verzet, vooral vanuit de Orthodoxe Kerk.
De Orthodoxe Kerk, samen met linkse en rechtse partijen, verzette zich hevig tegen de wet, die zij zien als een bedreiging voor traditionele waarden van ouderschap. Premier Kyriakos Mitsotakis, wiens partij zowel liberaal als conservatief is, steunde echter de wet als een manier om zijn kiezers tevreden te stellen en Griekenland als een modern en democratisch land te presenteren.
De wet regelt ook het ouderschap van homokoppels, waarbij de niet-biologische ouder het kind kan adopteren. LGBTQ-belangengroepen dringen aan op verdere aanpassingen zodat beide partners automatisch als ouders worden erkend. Echter, homokoppels hebben nog steeds geen recht op draagmoederschap, wat voor verdeeldheid zorgt binnen de gemeenschap.
Met deze stap sluit Griekenland zich aan bij 37 andere landen wereldwijd waar het homohuwelijk legaal is. De wet treedt in werking zodra deze is gepubliceerd in het staatsblad, wat een belangrijke mijlpaal is voor gelijke rechten in het land.