Het is een verhaal dat we vaker horen in Italië, maar deze keer heeft een rechter gesproken: twee Italiaanse mannen van 40 en 42 jaar oud moeten vóór het einde van het jaar het huis van hun 75-jarige gepensioneerde moeder in Pavia verlaten. Ondanks herhaalde pogingen van de moeder om hen aan te sporen op eigen benen te staan, bleven de broers thuis wonen zonder bij te dragen aan de huur of kosten, ondanks het feit dat ze allebei een baan hebben. De rechtbank van Pavia heeft de moeder gelijk gegeven, waarbij de rechter aangeeft dat de oorspronkelijke onderhoudsplicht niet meer geldt nu de zonen veertigers zijn. De uitspraak bepaalt dat de zonen het huis moeten verlaten vóór 18 december.
In Italië is het fenomeen van volwassenen, vooral mannen, die tot ver na hun dertigste thuis blijven wonen bekend als “bamboccioni” of “papkinderen”. Statistieken tonen aan dat de gemiddelde leeftijd waarop Italianen het ouderlijk huis verlaten 30 jaar is, en meer dan een derde van de 30-plussers woont nog steeds bij hun ouders. Dit verschijnsel komt vaak voor, deels vanwege economische redenen, vooral in het armere zuiden van het land. Het Italiaanse Instituut voor Statistiek (Istat) meldt dat bijna 1 op de 4 mannen van 37 jaar nog thuis woont in het zuiden, terwijl het percentage in het noorden 13,5 procent bedraagt.
Hoewel familie een belangrijke waarde is in Italië, benadrukt de Italiaanse centrale bank de “ernstige economische en demografische gevolgen” als jongeren hun zoektocht naar werk en het stichten van een gezin uitstellen. Recentelijk heeft Istat aangekondigd dat het geboortecijfer in Italië dit jaar naar verwachting een nieuw dieptepunt zal bereiken, wat wijst op een voortdurende daling van het geboortecijfer.
